
Tja,... ik zal het zacht uitdrukken:... ik ben niet geneigd haar in zo'n redenering te volgen. De enige reden die ik kan bedenken, is "brute pech". En dat was het ook. Een prachtige gaffelkotter van 8 meter LOD (lengte over dek): pitch pine op eiken, teak dek, lange boegspriet, topzeil, jufferblokken... Foetsie, weg, verkocht!! Lock, stock and barrel.
Zelfs de makelaar was nog niet op de hoogte gebracht, toen ik een afspraak maakte om die schuit te bezichtigen. Het kottertje stond zeker al 2 jaar te koop, en nog werd ik op snelheid gepakt. Enfin, brute pech dus.
Maar zoals de traditie het wil: een ongeluk komt nooit alleen. Het zit namelijk zo: oude houten schepen kopen, is nooit zonder risico. Versta me niet verkeerd, er is geen mooier stukje technologie uit het menselijk brein ontsproten dan een houten zeiljacht. Maar ze hebben een slechte reputatie qua onderhouds-vriendelijkheid. In principe behoeft een houten boot niet zovéél meer onderhoud dan een polyesteren jacht. Maar als er een probleempje opduikt, moet dat dadelijk verholpen worden. Niet volgende seizoen, niet komende maand, maar nu! Integenstelling tot hun plastieken collega's verdragen houten schepen absoluut geen verwaarlozing. Kleine probleempjes veranderen heel snel in grote.
Laat nou net die eigenschap botsen met de drukke agenda van de moderne mens. Werk en relatie, huisje, tuintje en kindje, ... er blijft dikwijls weinig tijd (en geld) over voor de behoeften van zo'n houten schoonheid. Het gebruik van de boot vermindert, het onderhoud wordt niet of te weinig gedaan, en al snel loopt men achter de feiten aan.
De moraal van het verhaal: Als je dan toch, met alle geweld, een houten schuit wil kopen? Zorg dat je met de nodige kennis van zaken op een mogelijke koop afstapt, of neem iemand mee die je kan helpen. Ik weet het wel,... dat is een dooddoener. Maar jachten in hout appeleren voornamelijk aan romantische idioten. Liefde maakt blind, en als idioten zijn we sowieso niet van de slimsten.
Mijn eigen kennis van zaken is nog wat te beperkt. Daarom had ik mijn bootbouwmentor Koen gevraagd mij te assisteren. Hij moest toch naar Nederland omwille van zijn deelname aan de "Beurs Klassieke Schepen" in het Enkhuizen. En aangezien mijn gaffelkottertje in de buurt van Amsterdam lag, was het zelfs niet nodig om een grote omweg te maken. De planning kon gewoon niet beter. Maar 5 dagen voor ons vertrek werd heel het boeltje dus opgeblazen door een onverlaat die het waagde om sneller te zijn dan ik.
Nu ja, "heel het boeltje" is overdreven gesteld. Die trip naar de beurs ging natuurlijk door. Daar had ik een aantal dagen vrij voor gevraagd. Zou het niet beter zijn om gewoon een alternatief te zoeken voor die kotter. Er worden immers massa's boten verkocht in Nederland... . Toevallig had een andere verkoper bij dezelfde makelaar zijn prijs drastisch laten zakken. Waarschijnlijk omdat het jachtje, dat ook al een hele tijd te koop lag, snel aan het aftakelen was. Ik had haar al eerder opgemerkt, maar die kotter leek me toch interessanter. Hoe dan ook, ze had mooie lijnen: lepelboeg, een overhangende spiegel... . Ze was gebouwd uit kwaliteitsmaterialen: loden kiel, eiken spanten, teak beplankt, koper geklonken... . En - hoe toevallig -, ze bleek ook te liggen op de route naar Enkhuizen, in een klein haventje aan het IJsselmeer! Niettegenstaande was ik niet gerust vanwege die wel heel scherpe prijsdaling.
Op 5 november, half twee in de namiddag, werden we aan elkaar voorgesteld: Wim, dit is Ommelander. Ommelander, dit is Wim. Het was liefde op het eerste zicht. Koen gaf zijn zegen wat haar conditie betrof. Die viel op het eerste zicht heel goed mee. Waarschijnlijk zullen er nog wel enkele problemen opduiken bij een doorgedreven inspektie. Maar het totaalbeeld was meer dan acceptabel, en de prijs was goed.
Zo zie je maar, bloed kruipt waar het niet gaan kan.
- Nancy, veeg die grijns van je gezicht! -