zaterdag 20 december 2008

Buikpijn


Tijdens de zomer was ik gaan kijken naar een prachtige kits, eik op eik (*), die al een tijdje op het droge lag. De eigenaar wou het schip verkopen omdat ze hem teveel herinnerde aan zijn overleden vrouw.

Langs de buitenkant zag ze er ok uit, maar van zodra je ze aan de binnenzijde inspekteerde, begon je toch allerhande zaken op te merken: wat rot hier en daar, een licht schimmelgeurtje, stalen hulpspanten die heel zwaar aangetast waren... In het ruim was -of zo leek het mij toch- beton gestort, een ballast-praktijk die je wel aantreft bij oude werkschepen, maar ik hou er niet van omdat je op die manier hélemaal geen zicht meer hebt op de staat van de spanten tegen de kielbalk, toch een plaats waar je veel kans hebt om rot aan te treffen.

Ik besloot om er geen bod op te doen. Ik was op de markt voor een schip waar ik seizoensgebonden aan kon werken. De staat moest nog goed genoeg zijn om er in de zomer mee te zeilen. De winter zou dan de periode zijn waarin bepaalde renovatieprojekten stelselmatig afgewerkt konden worden. En op deze kits was die taktiek al niet meer toepasbaar.

Gelukkig had iemand er al een bod op gedaan. Deze schoonheid zou alvast niet het slachtoffer worden van de sloophamer.

...

Enkele weken geleden stuitte ik toevallig op een forum waar de nieuwe eigenaar van de kits zijn bevindingen neerschreef:

"We hebben van de zomer een prachtig zeiljacht gekocht uit 1922... We zijn hem aan het restaureren en nu blijkt dat het onderwaterschip aan stuurboord vervangen moet worden. Dit is echter een zeer dure grap, waar we niet op gerekend hebben. Er is ons aangeraden het onderwaterschip in te pakken in gegalvaniseerd staal. Zo zouden we voor de komende tien jaar van het onderhoud af zijn en krijgen we tijd om te sparen... Heeft iemand hier ervaring mee???"

Van zo'n bericht krijg ik buikpijn. Zelfs ik had door dat dit een groot projekt was, ondanks mijn beperkt inschattingsvermogen. Maar deze mensen hadden blijkbaar gedacht dat met een nieuw plankje hier en daar, en een likje verf, de boel al in orde zou komen. En aangezien de kits toch al aan een lage prijs verkocht werd -projectboten zijn veelal goedkoop, met rede- , vraag ik me toch af met welk kostenplaatje ze in hun hoofd zaten. Enfin, ik hoop dat hun plan werkt. Dat jacht is veel te mooi voor de sloophamer.

(*) dwz een eiken rompbeplanking op eiken spanten




woensdag 3 december 2008

Mijn Ommelander



Het is officieel: contract getekend, betaling volbracht. Ik ben de trotse eigenaar van Ommelander.

Nu moet ik nog wel een hele bureaucratische weg afleggen alvorens we samen het ruime sop kunnen kiezen: voor een "eensluidend verklaarde kopie van het eigendomsbewijs van het vaartuig" en "een origineel nationaliteitsbewijs en bewijs van woonst" zorgen, vlaggenbrief en een immatriculatieplaat aanvragen, verzekeringen in orde brengen, ... Het minder interessante deel van heel de zooi dus.

dinsdag 11 november 2008

Toeval?


Een van mijn betere vriendinnen, Nancy, is er heilig van overtuigd dat toeval niet bestaat. Dingen gebeuren nooit zomaar. Wanneer een bepaald, interessant zeiljacht, net voor mijn neus verkocht wordt, is dat dus niet toevallig.
Tja,... ik zal het zacht uitdrukken:... ik ben niet geneigd haar in zo'n redenering te volgen. De enige reden die ik kan bedenken, is "brute pech". En dat was het ook. Een prachtige gaffelkotter van 8 meter LOD (lengte over dek): pitch pine op eiken, teak dek, lange boegspriet, topzeil, jufferblokken... Foetsie, weg, verkocht!! Lock, stock and barrel.
Zelfs de makelaar was nog niet op de hoogte gebracht, toen ik een afspraak maakte om die schuit te bezichtigen. Het kottertje stond zeker al 2 jaar te koop, en nog werd ik op snelheid gepakt. Enfin, brute pech dus.

Maar zoals de traditie het wil: een ongeluk komt nooit alleen. Het zit namelijk zo: oude houten schepen kopen, is nooit zonder risico. Versta me niet verkeerd, er is geen mooier stukje technologie uit het menselijk brein ontsproten dan een houten zeiljacht. Maar ze hebben een slechte reputatie qua onderhouds-vriendelijkheid. In principe behoeft een houten boot niet zovéél meer onderhoud dan een polyesteren jacht. Maar als er een probleempje opduikt, moet dat dadelijk verholpen worden. Niet volgende seizoen, niet komende maand, maar nu! Integenstelling tot hun plastieken collega's verdragen houten schepen absoluut geen verwaarlozing. Kleine probleempjes veranderen heel snel in grote.
Laat nou net die eigenschap botsen met de drukke agenda van de moderne mens. Werk en relatie, huisje, tuintje en kindje, ... er blijft dikwijls weinig tijd (en geld) over voor de behoeften van zo'n houten schoonheid. Het gebruik van de boot vermindert, het onderhoud wordt niet of te weinig gedaan, en al snel loopt men achter de feiten aan.
De moraal van het verhaal: Als je dan toch, met alle geweld, een houten schuit wil kopen? Zorg dat je met de nodige kennis van zaken op een mogelijke koop afstapt, of neem iemand mee die je kan helpen. Ik weet het wel,... dat is een dooddoener. Maar jachten in hout appeleren voornamelijk aan romantische idioten. Liefde maakt blind, en als idioten zijn we sowieso niet van de slimsten.

Mijn eigen kennis van zaken is nog wat te beperkt. Daarom had ik mijn bootbouwmentor Koen gevraagd mij te assisteren. Hij moest toch naar Nederland omwille van zijn deelname aan de "Beurs Klassieke Schepen" in het Enkhuizen. En aangezien mijn gaffelkottertje in de buurt van Amsterdam lag, was het zelfs niet nodig om een grote omweg te maken. De planning kon gewoon niet beter. Maar 5 dagen voor ons vertrek werd heel het boeltje dus opgeblazen door een onverlaat die het waagde om sneller te zijn dan ik.

Nu ja, "heel het boeltje" is overdreven gesteld. Die trip naar de beurs ging natuurlijk door. Daar had ik een aantal dagen vrij voor gevraagd. Zou het niet beter zijn om gewoon een alternatief te zoeken voor die kotter. Er worden immers massa's boten verkocht in Nederland... . Toevallig had een andere verkoper bij dezelfde makelaar zijn prijs drastisch laten zakken. Waarschijnlijk omdat het jachtje, dat ook al een hele tijd te koop lag, snel aan het aftakelen was. Ik had haar al eerder opgemerkt, maar die kotter leek me toch interessanter. Hoe dan ook, ze had mooie lijnen: lepelboeg, een overhangende spiegel... . Ze was gebouwd uit kwaliteitsmaterialen: loden kiel, eiken spanten, teak beplankt, koper geklonken... . En - hoe toevallig -, ze bleek ook te liggen op de route naar Enkhuizen, in een klein haventje aan het IJsselmeer! Niettegenstaande was ik niet gerust vanwege die wel heel scherpe prijsdaling.

Op 5 november, half twee in de namiddag, werden we aan elkaar voorgesteld: Wim, dit is Ommelander. Ommelander, dit is Wim. Het was liefde op het eerste zicht. Koen gaf zijn zegen wat haar conditie betrof. Die viel op het eerste zicht heel goed mee. Waarschijnlijk zullen er nog wel enkele problemen opduiken bij een doorgedreven inspektie. Maar het totaalbeeld was meer dan acceptabel, en de prijs was goed.

Zo zie je maar, bloed kruipt waar het niet gaan kan.

- Nancy, veeg die grijns van je gezicht! -